Become An Expert
Log In

De Evolutie van Diabetes Technologie: Inzichten van Prof Chantal Mathieu

May 24, 2024

 

De diabeteszorg staat aan de vooravond van ingrijpende veranderingen dankzij de vooruitgang in de medische technologie en een beter begrip van de pathofysiologie van de ziekte.

In een verhelderend interview met professor Chantal Mathieu van de Katholieke Universiteit Leuven, België, duiken we in de huidige stand van zaken en de veelbelovende toekomst van diabetesmanagement.

Prof. Mathieu deelt haar inzichten over de uitdagingen en ontwikkelingen in diabetestechnologie die de resultaten voor patiënten aanzienlijk kunnen verbeteren.

 



Overzicht van de expertise van professor Chantal Mathieu

  • Prof dr Chantal Mathieu heeft een centrale rol aan de Katholieke Universiteit Leuven, waar ze Diensthoofd Endocrinologie is in het Universitair Ziekenhuis Gasthuisberg.
  • Haar uitgebreide onderzoek omvat de preventie van type 1-diabetes, de immunologische rol van vitamine D en de functionaliteit van bètacellen.
  • Prof. Mathieu's werk is alom erkend en heeft haar talloze prijzen opgeleverd, waaronder de InBev-Baillet Latour Prijs voor Klinisch Onderzoek.
  • Daarnaast is ze sinds 2023 voorzitter van de European Association for the Study of Diabetes (EASD), wat haar invloed en leiderschap in diabetesonderzoek en belangenbehartiging verder benadrukt.

 


 

Opgelet: het interview gebeurde in het Engels. De tekst hieronder is een vertaling hiervan.

 




Wat baart u de meeste zorgen over de toekomst van diabeteszorg en diabetestechnologie?

 

Prof. MathieuWel, ik ben een optimist en als ik kijk naar de positieve dingen die zich ontwikkelen in de wereld van diabetes,

geloof ik dat we nu een heel andere prognose hebben voor alle types van diabetes,

waar we steeds betere inzichten krijgen in de pathofysiologie van de ziekten.

En dit opent ook de mogelijkheid voor ziektemodificerende therapieën.

 

Bij type 1 diabetes beginnen we nu te begrijpen hoe de ziekte bestaat en wie de ziekte krijgt,

zodat we de diagnose in een veel vroeger stadium kunnen stellen,

en ook de eerste ziektemodificerende therapieën komen in de kliniek.

Dus dat maakt me optimistisch.

 

Ook in type 2 diabetes  hebben we nu ziektemodificerende therapieën.

Denk aan de GLP1-agonisten en andere op incretine gebaseerde therapieën die als ziektemodificerend kunnen worden beschouwd.

Ze veranderen obesitas, maar ook complicaties van diabetes: ze beschermen de nieren en het hart.

Dit maakt me erg optimistisch.

 

Waar de zorg zit, is in type 1 diabetes toegang tot zorg.

 

We wonen in België, in een zeer bevoorrecht land, waar de toegang tot gespecialiseerde zorg voor mensen met diabetes type 1, kinderen en volwassenen, vrij goed is.

Onze spreiding van endocrinologen en het opleidingsniveau van onze endocrinologen op het gebied van type 1 diabeteszorg is uitstekend.

De toegang tot technologieën, waarvoor we hard hebben gevochten, is vrij breed voor mensen met type 1-diabetes, variërend van glucosesensoren tot zelfs hybride gesloten-lussystemen, die bijna allemaal vergoed kunnen worden met onze huidige vergoedingsmogelijkheden.

We hebben een uniek systeem waarbij de technologie en het onderwijs in het gespecialiseerde centrum worden verzorgd.

Dat maakt het dus heel toegankelijk.

 

De zorg is voor de toegankelijkheid van diabetes type 1, is niet zozeer dat mensen geen weg vinden naar deze technologieën en naar de specialist,

maar de aanvaardbaarheid van de technologie voor sommige mensen en de mate van educatie rond technologieën die we mensen kunnen bieden.

Het feit dat sommige mensen technologieën niet omarmen omwille van misverstanden.

 

 

In type 2 diabetes, daar, is de zorg voornamelijk de getallen.

 

Het feit dat type 2 diabetes nog steeds toeneemt  en dat niet-specialisten voor mensen met type 2 diabetes moeten zorgen.

90 procent van de mensen met diabetes type 2 wordt behandeld in de eerstelijnsgezondheidszorg.

 

Dat betekent dat we onze huisartsen helemaal mee moeten krijgen als het gaat om moderne behandelingen van mensen met type 2 diabetes.

En dat betekent therapeutische interventies, maar ook het gebruik van technologie.

 

En als het gaat om technologie bij type 2-diabetes, is de "boom" misschien nog wel groter dan wat we bij type 1 zagen.

 

Het zijn niet alleen sensoren, maar ook apps die beslissingen nemen of helpen nemen.

  • Apps die ons helpen bij het maken van voedselkeuzes,
  • apps die ons begeleiden bij het sporten,
  • bij het nemen van beslissingen over insulinedoses, enz.

 

En deze technologieën moeten ook hun intrede doen in de eerstelijnszorg.

 

Als diabetes, zoals jij en ik, onze hoofdactiviteit is, is het ook al een uitdaging om op de hoogte te blijven van alle sensoren, alle technologieën en alle apps.

Maar stel je voor dat je in de eerstelijnsgezondheidszorg werkt, waar je de nieuwste antibiotica voor een longontsteking moet kennen, of het nieuwste anticonceptivum voor vrouwen.

Het is een uitdaging om volledig geïnformeerd te zijn over technologie bij type 2 diabetes.

 

En dus dat is mijn zorg, dat er een volledige ontkoppeling zal zijn in type 2 diabetes tussen

  • degenen die toegang hebben tot al deze fantastische technologieën die de behandelingen van mensen met type 2 diabetes ondersteunen,
  • en de grote meerderheid, die geen toegang zal hebben tot deze technologieën.

Ook omdat de overgrote meerderheid van artsen, verpleegkundigen en diëtisten geen volledige toegang tot deze technologieën zal hebben.

Dat is een zorg.

 

Het is dus een uitdaging om manieren te vinden om mensen die met type 2 diabetes leven, maar ook de medische en paramedische mensen die hen begeleiden, te informeren.

 

 



Wat maakt u het meest enthousiast over de diabeteszorg in de nabije en verre toekomst?

 

Prof. Mathieu: Voor mij zijn het leukst de ziektemodificerende therapieën die worden ingevoerd bij type 1- en type 2-diabetes.

Maar natuurlijk ook de technologie-explosie.

 

Voor type 1-diabetes komen er ziektemodificerende therapieën.

In de nabije toekomst komt het combineren van immuuntherapieën, bijvoorbeeld met eilandjestransplantatie uit ons stamcelonderzoek, ook onze kant op, maar dat zal nog een paar jaar duren.

 

Op dit moment is het echt de opmars in technologieën met nu hybride closed-loop systemen, met verbeterende algoritmen, met verbeterende sensoren,

die allemaal de last voor mensen met type 1-diabetes doen afnemen en de resultaten doen verbeteren.

 

En daar explodeert de technologie,

de algoritmen verbeteren,

en meal announcement is waarschijnlijk het eerste laaghangende fruit dat zal verdwijnen.

 

En dan ook nog, niet alleen voor mensen met type 1, maar ook voor mensen die leven met type 2 diabetes, zelfs zonder insuline: alle apps,

  • de apps voor de gezondheidszorg,
  • de voedingsapps,
  • de apps voor lichaamsbeweging,
  • de apps voor dosisbeslissingen voor mensen met insuline,

die allemaal onze kant op komen.

 


Ik weet niet zeker of ik het u durf te vragen, maar wanneer denkt u dat diabetes type 1 zal genezen zijn?

 

Prof. Mathieu: Toen ik 35 jaar geleden begon, zei ik altijd: Ik zal het zien, dat mensen met type 1 diabetes anders worden behandeld.

  • Ik bedoel de ziektemodificerende therapieën zijn er nu, ze komen in de kliniek.
  • Screening op vroege preklinische stadia van type 1-diabetes is hier.
  • De van stamcellen afgeleide eilandjestransplantaties vinden plaats.
  • Inkapseling wordt getest.

 

Ik durf er geen termijn op te plakken, maar ik hoop lang genoeg te leven om het te zien gebeuren.

Nu gaat het echt snel met type 1-diabetes.

 

En bij diabetes type 2, als je kijkt naar de resultaten van de incretinegebaseerde therapieën, het gewichtsverlies, de bètacelbescherming...

we zien een nieuwe fase van type 2 diabetes waarin aanzienlijk gewichtsverlies en een normale glycemie kunnen worden bereikt.

 

Het is dus misschien geen genezing, maar wel een heel andere manier om deze vormen van diabetes te behandelen die we in de nabije toekomst zullen zien.

 

 



Wat zijn volgens u de sterke punten van INNODIA of andere bedrijven die u hebt opgericht of mede hebt opgericht?

 

Prof. Mathieu: INNODIA.org is wat wij in het Nederlands een iVZW noemen, een internationale vereniging zonder winstoogmerk.

Het is dus een soort liefdadigheidsinstelling. Dat is eigenlijk een erfenis van de projecten van INNODIA die liepen tot het begin van dit jaar, 2024.

 

INNODIA.org is een netwerk van centra voor klinisch onderzoek en ook een groep experts.

We hebben nu meer dan 80 leden, experts die geraadpleegd kunnen worden voor advies over het ontwerp van klinische studies, de selectie van biomarkers en het ontwerp van protocollen.

En dus willen we met INNODIA.org de weg naar preventie en genezing versnellen

door kleine bedrijven, grote bedrijven of academici te begeleiden, die specifieke interventies willen testen om type 1 diabetes te voorkomen of te stoppen.

 

We hebben meer dan 80 centra en er komen er elke dag nieuwe bij.

In België zijn er denk ik al vier of vijf centra geïdentificeerd.

 

Iedereen, elk centrum dat zegt: ik wil een klinisch onderzoekscentrum worden, kan gewoon lid worden.

Als je geassocieerd lid bent, kun je je gratis aanmelden.

Als je een stem wilt hebben in de algemene vergadering, moet je 1000 euro betalen.

 

Maar iedereen kan meedoen, iedereen kan worden geaccrediteerd om een klinisch onderzoekscentrum voor INNODIA te worden.

We hebben interessante webinars om alle artsen te trainen zodat ze klaar zijn voor de ziektemodificerende therapieën die op ons afkomen.

 

Daarom moedig ik steeds meer grote centra aan om lid te worden van INNODIA.

 

Het is heel belangrijk om advies te geven aan bedrijven en aan anderen die therapieën willen testen, omdat we deze ziekte echt willen beëindigen voordat ik, misschien niet met pensioen ga, maar voordat ik sterf.

We moeten de juiste testen doen.

We moeten de juiste studies doen.

 

Op dit moment lopen er verschillende onderzoeken in INNODIA.org, waaronder Fabulinus, een onderzoek door Sanofi naar CD40-ligandinterferentie, maar er komen er nog veel meer aan.

Dus dat is één ding dat we willen doen, en dat is een einde maken aan type 1 diabetes.

 

Een ander project dat ik wil noemen is EdenT1fi, een project in het kader van het innovatieve gezondheidsinitiatief van de Europese Commissie,

waar we samenwerken als academici en industriële partners, om de beste manier te vinden om te screenen op vroege stadia van type 1 diabetes.

We willen meten hoe we het moeten doen, wat de impact is, en hoe we het moeten monitoren.

 

We hebben verschillende landen in Europa waar dit wordt getest.

 

België hoort daar niet bij, want hier hebben we het Belgische Diabetes Register.

En dus willen we opnieuw beginnen met het Belgische Diabetes Register om uit te breiden en te proberen de algemene bevolking te screenen,

niet alleen de eerstegraads familieleden, zoals we nu kunnen doen met het Belgische Diabetes Register.

 

Er is ook een koppeling met INNODIA.org waar we de centra die deel uitmaken van innodia.org zullen aanbieden om eerstegraads familieleden of vrienden van mensen met type 1-diabetes te testen met een capillaire test.

Dus om de last van screening minder groot te maken, en dan de bevestiging via een IV-test.

Maar hier moeten we overleggen met het Belgische Diabetes Register om te zien hoe we dit in België gaan organiseren.

 

Via innodia.org worden alle leden aangemoedigd om eerstegraads familieleden, maar ook bredere familieleden en vrienden van kinderen met type 1-diabetes te screenen.

zodat we mensen in een preklinisch stadium kunnen identificeren.

 

En ze zijn allemaal opgenomen in één groot register dat het Pre T1D-register heet.

 

Als er trials naar Europa komen, kunnen we deze mensen snel inschrijven en hen ziektemodificerende therapieën aanbieden.

 

Er lopen zoveel projecten.

 

Wat interessant is voor de technologie, is dat we in de studies die we doen ook sensoren opnemen.

omdat we ook de fijnere metriek willen testen, niet alleen HbA1c, maar ook Time in Range, Time in Tight Range, Time Below Range, enzovoort.

 

En in Edent1fi hebben we een partner Medtronic, die ook kijkt of ze de algoritmen voor het voorspellen van hyperglykemie fijner kunnen maken bij mensen met een preklinisch stadium van type 1 diabetes  en voorspellen wie doorgaat naar het klinische stadium van type 1 diabetes.

 

Dat wordt bijzonder spannend, omdat screening, vroegtijdige opsporing, ziekteverandering, therapieën en technologie allemaal samenkomen.

 

 



Als we elkaar over drie jaar zouden ontmoeten, wat zou er dan gebeurd moeten zijn om je gelukkig te voelen met de vooruitgang die je hebt geboekt voor jezelf, voor je bedrijf of in de diabeteszorg in het algemeen?

 

Prof. Mathieu: Over drie jaar hoop ik dat we niet alleen één ziektemodificerende therapie voor type 1-diabetes in de kliniek hebben,  en dan bedoel ik routinematig klinisch gebruik,

zodat iedere persoon in de late preklinische stadia van T1D, dus stadium 2 T1D en stadium 3 T1D, dus de nieuw gediagnosticeerde klinische type 1-diabetes als standaardzorg een ziektemodificerende therapie zou krijgen, die de bètacelmassa probeert te beschermen.

 

Over drie jaar, hoop ik dat we er niet alleen één hebben, en de eerste zal Teplizumab zijn, maar dat we al meer ziektemodificerende therapieën in handen hebben,

en dat we een rijke pijplijn van producten hebben die we op dat moment testen bij mensen met nog vroegere stadia, dus mensen met alleen antilichamen tegen de bètacellen, dus het zogenaamde stadium 1 T1D.

 

Ik hoop ook dat onze hybride closed-loop systemen iets minder hybride zijn, maar wel in staat zijn om inderdaad geen bolussen meer nodig te hebben,

maar dat ze maaltijden zouden detecteren en dat ze ze automatisch zouden geven.

 

Dat we sensoren zouden hebben die langer zouden leven, en die uiteindelijk ook meer metabolieten zouden meten dan alleen glucose.

 

Voor type 2-diabetes hoop ik dat we meerdere op incretine gebaseerde therapieën in de kliniek hebben, ook weer ziektemodificerend, tegen een betaalbare prijs, wat een grote uitdaging zal zijn.

 

En dat ook meer mensen met diabetes type 2 toegang zouden hebben tot glucosesensoren.

Nogmaals, betaalbaar, zodat ook mensen met basale insulines in ons land en niet met insuline behandelde mensen met diabetes type 2 deze glucosesensoren, zij het intermitterend, kunnen gebruiken om hen te begeleiden bij hun therapie.

 

Dus dit zijn mijn dromen over drie jaar.

En ik denk dat er verschillende mogelijk zijn.

 

 

Denkt u dat het mogelijk is dat Teplizumab binnen drie jaar wordt vergoed?

 

Het zal klinisch toegankelijk zijn.

En als ik kijk naar het aantal mensen dat per jaar de diagnose T1D krijgt, zou het in de meeste landen een toegankelijke therapie moeten zijn.

Dus ik hoop op terugbetaling, tenminste in mijn kleine landje.

 

 



 

Conclusie: Baanbrekend werk voor de toekomst van diabeteszorg met INNODIA

 

We staan aan de vooravond van baanbrekende veranderingen in diabetesbeheer, aangedreven door technologische innovaties en diepere wetenschappelijke inzichten,

de inzichten van professor Chantal Mathieu, een gerenommeerd diabetesonderzoeker, onderstrepen het potentieel en de urgentie van het verbeteren van de diabeteszorg.

Haar gesprek weerspiegelt zowel de uitdagingen als het diepe optimisme dat ze voor de toekomst koestert.

 

Diabetestechnologie, met name voor de behandeling van type 1-diabetes, heeft grote vooruitgang geboekt, maar er zijn nog steeds problemen op het gebied van toegankelijkheid en verschillen in educatie.

 

Prof. Mathieu's werk via initiatieven zoals INNODIA biedt een baken van hoop.

INNODIA.org, een internationale non-profitorganisatie, loopt voorop bij het versnellen van diabetesonderzoek en klinische proeven in heel Europa, met als doel een revolutie teweeg te brengen in preventie- en behandelingsstrategieën.

 

Dankzij de inclusieve aanpak van de organisatie kunnen verschillende centra zich aansluiten bij en bijdragen aan de wereldwijde inspanningen tegen diabetes.

Door deel te nemen aan INNODIA krijgen leden toegang tot een schat aan expertise en de kans om betrokken te zijn bij baanbrekende klinische onderzoeken en educatieve webinars.

Deze samenwerking is cruciaal voor het ontwikkelen en implementeren van ziektemodificerende therapieën die het landschap van de diabeteszorg zouden kunnen veranderen.

 

Voor diegenen die een significante impact willen hebben, of gewoon op de hoogte willen blijven van de laatste ontwikkelingen in diabetesonderzoek, kan lid worden van INNODIA een transformerende beslissing zijn.

Bovendien moedigt INNODIA het grote publiek aan om deel te nemen aan proactieve gezondheidsmaatregelen, zoals screening op type 1-diabetes,.

om deze aandoening vanaf het beginstadium te herkennen en te behandelen.

 

Om deel te nemen aan de strijd tegen diabetes, bij te dragen aan baanbrekend onderzoek of om screeningsinitiatieven te starten binnen uw gemeenschap, bezoek INNODIA.org.

Samen kunnen we werken aan een toekomst waarin diabeteszorg effectiever, toegankelijker en preventiever is,

in lijn met Prof. Mathieu's visie van een wereld waarin diabetes niet langer een levenslange last is, maar een beheersbare en mogelijk te voorkomen aandoening.

 

 

Veel groetjes,

 

 

Key AID System Developments from ADA 2024

The Evolution of Diabetes Technology: Insights from Professor Chant...

AID Systems Update Spring 2024

 

Lees meer hier
Schrijf je in op de nieuwsbrief

 

Read more here
Subscribe to the newsletter